Jan Beukersloot probeert zijn oog te openen, maar voelt hoe de op elkaar plakkende wimpers hem ervan weerhouden het daglicht te aanschouwen. Hoelang hij geslapen heeft, weet hij niet. Twee, drie dagen, misschien wel een week? Wat maakt het ook uit. Voor Jan Beukersloot is het elke dag vakantie. Hij verblijft permanent in een hotelkamer met zeezicht van een ooit glorieus, maar inmiddels verlaten hotel aan de kust.
Jan duwt met zijn wijsvinger en duim zijn oog verder open. Nu ziet hij dat hij tegen de muur staat te pissen. Een brede grijns ontstaat op zijn ongeschoren gezicht, denkend aan al die keren dat hij al tegen muren had gepist. De hotelkamer was een ongelooflijk smerige bende en de stank was tot op het strand te ruiken. Er spoelden om de haverklap orka’s aan, aangetrokken dan wel gestorven door de penetrante geur.
Jan loopt naar het balkon, waar hij een peuk opsteekt. Op het strand ziet hij hoe mannen in witte maanpakken dode orka’s wegvoeren.
“Maar net goed. Orka’s zijn levensgevaarlijke kutbeesten”, mompelt hij, terwijl hij een flinke hijs neemt.
Jan had ooit een aanvaring gehad met een man in een orkapak in het ziekenhuis, waar hij voor een operatie aan zijn geslachtsdeel moest zijn. Hij was geboren als meisje, maar was er op drie jarige leeftijd al van overtuigd dat hij eigenlijk een jongen moest zijn. Dit tot verdriet van zijn twee vaders die allebei als meisje waren geboren, later spijt hadden gekregen van de peperdure operatie en nu als dakloze travestieten door het leven gaan.
Na de operatie aan zijn geslachtsdeel was Jan direct verslaafd geraakt aan geslachtsveranderende operaties. Hij heeft zich wel honderdvijfendertig keer laten veranderen van geslacht. Toen doktoren deze operaties niet meer wilden uitvoeren, dreef Jan ze tot wanhoop door ’s nachts naakt in hun tuin te gaan barbecuen.
“Meneer Beukersloot, wat doet u in mijn tuin?”
“Het is Mevrouw Beukersloot voor u, dokter, en ik wil dat u me opereert”
“Dat zal echt niet gaan. Ik heb u gisteren al geopereerd”
“Dokter, ik blijf net zo lang in uw tuin tot u mij opereert. Komt u toch naar beneden, het vlees is voortreffelijk”
“Meneer of Mevrouw Beukersloot, dit is volstrekt ongepast. Het is 3 uur ’s nachts en u staat zonder kleding in mijn tuin vlees te bereiden. Ik moet morgen nota bene hartstikke vroeg op om te werken. Scheert u weg!”.
“Dokter, heeft u uw speklapjes half of helemaal doorbakken?”.
De dokter sloeg de deur achter zich dicht en probeerde Jan te negeren. Wat hij zich echter niet realiseerde, is dat Jan alle drugsverslaafden uit de nabijgelegen stad kende en had uitgenodigd voor een barbecue in de tuin van de dokter. De volgende nacht stond de hele tuin vol met naakte drugsverslaafden. Ze draaiden luide hardrock en gebruikten eindeloze hoeveelheden drugs. Alsof dat nog niet erg genoeg was hadden ze seks met elkaar in tentjes die ze hadden opgezet bovenop de Japanse sierplanten. Om half 5 ’s nachts trok te dokter het niet meer.
“Godverdomme, stelletje klootzakken, oprotten uit mijn tuin!”
“Hee dokter, speklappie?”, antwoordde een drugsverslaafde met een heroïnespuit in zijn arm.
De anderen lachten hun tandloze monden bloot terwijl ze de polonaise liepen. Hij zag hoe ze zijn vijvertje volstortten met beton en als plek gebruikten om een menselijke piramide te maken. Toen een drugsverslaafde bovenop de piramide stond en “If I tell you” van Rene Le Blanc begon te zingen, stortte de piramide in en kwam de desbetreffende verslaafde met zijn gezicht op het beton terecht. Morsdood. De andere drugsverslaafden begonnen direct aan zijn lichaam te knagen en gierden het uit van het lachen, waarbij het lachen van de meesten naadloos overging in bloedspugen. Jan Beukersloot lachtte het maniakaalste van allemaal, oogcontact makend met de dokter.
De dokter gaf toe. “Dit is de laatste keer, Meneer Beukersloot”, zei hij aan het ziekenhuisbed. Jan keek hem met een tevreden glimlach aan.
“Dokter, ik heb nog een klein verzoekje voor de operatie. Zou u mijn darmen in een glazen box boven mijn hoofd kunnen plaatsen en een TV kunnen inbouwen op de plek waar nu mijn darmen zitten?”.
“Wat is dat nu weer voor verzoek, Meneer Beukersloot?”.
“Als ik straks niet wakker wordt met een glazen box met darmen boven mijn hoofd, organiseer ik weer een barbecue in uw tuin vannacht”.
De dokter kon niks anders dan zwichten voor Jan’s verzoek. Zo geschiedde; de dokter bracht Jan in narcose, veranderde zijn geslacht, verwijderde zijn darmen en stopte die in een glazen box die met een soort exoskelet tien centimeter boven zijn hoofd werd vastgehouden. In zijn buik verwerkte de dokter een TV met antenne. De dokter, half krankzinnig door een gebrek aan slaap, had inmiddels zo’n erge hekel aan Jan gekregen dat hij ook een oog verwijderde, een been en een arm verwisselde, zijn neus verving voor een varkenssnuit, zijn tanden sleep tot puntige kegeltjes, zijn rug omvormde tot een fikse bochel en een enorme zwarte penis op zijn kin bevestigde. U begrijpt wel dat Jan Beukersloot niet erg vrolijk wakker werd.
Jan vermoordde de dokter en besloot onder te duiken in een hotel aan de kust. Daar gaf hij – onder een valse naam – ‘freakshows’ aan de hotelgasten. Zo liet hij zijn inmiddels rottende darmen “verdwijnen” en in de glazen box boven zijn hoofd “verschijnen”. Kinderen konden naar tekenfilms kijken via de ingebouwde TV in zijn buik. De hotelgasten vonden het prachtig en gaven Jan bakken met geld, die daardoor een upgrade kon betalen naar een kamer met zeezicht. De stank, veroorzaakt door de rottende darmen in de glazen box, is het hotel uiteindelijk fataal geworden. De gasten bleven weg en het hotel ging al snel failliet. Alleen Jan Beukersloot bleef achter.
Zes jaar later staat Jan Beukersloot op het balkon een peuk te roken. Hij kijkt uit over zee en denkt nog eens terug aan de nachten in de tuin van de dokter, aan de drugsverslaafden met hun steeds grimmigere fratsen. Hij duwt zijn oog verder open en ziet zichzelf en de glazen box met darmen in de weerspiegeling van de glazen balkondeur.
“Jij bent echt de mooiste freak van de hele wereld, Jan Beukersloot”, mompelt hij met een lichtelijk maniakale glimlach op zijn gezicht.
—-