Tag

omroep B

Browsing

“We gaan het vanaf nu alleen maar over complottheorieën hebben” kondigde Bertrand aan. Het was hun eerste date, ze hadden elkaar via een dating app ontmoet. Julia wilde gelijk opstaan, maar ze zat letterlijk vastgelijmd aan haar stoel.

“Jij gaat luisteren” besloot hij vervolgens, met afkeurende blik.

Het is een warme bus, vol spetters en lawaaiige families.

Op de vraag ‘heeft de bus airconditioning?’ is het antwoord ‘oh verdomme, absoluut niet’. Nee, je lijdt enkel, door de broeierige hitte die het aangekoekte braaksel op de stoelen nog meer doet geuren.

De bomen ritselen. Apengeschreeuw. Tentakels glibberen rondom de vochtige takken. Dagjesmensen met dikke brillenglazen schuifelen over de voetpaden diep, diep beneden het bladerdak in de koelte. Ze zijn in het park dat ver in het oosten ligt van die grote, grote stad. Bovenin de bomen groeit iets, komt tot leven. Duizenden vogels, elk anders gevederd, springen onrustig van tak naar tak. Hun kleine kraaloogjes pulseren. Ze kramen steeds luidere, pijnlijker, gorgelende klanken uit. Niemand vermoedt iets, maar het is inmiddels onomkeerbaar: de vogels evolueren.

Het is dag 27. Ik weet het niet. Kijkt die lamp naar mij? Ik schreeuw. Geen antwoord, behalve de kreet van een demoon, ergens in mijn linker hersenhelft.

‘Zwijg, lamp!’ roep ik, boos.

De lamp zwijgt.

‘Wat kijk je me aan?!’

Geen respons.

‘Wil je ruzie?’

Hij noemde zichzelf de Kindervriend, maar eigenlijk was het een vreselijke man.

‘U bent dan wel een clown, maar mijn kinderen vinden het helemaal niet leuk om naar u te kijken. Ze worden bang van u’ zei de jonge, bezorgde vader tijdens een optreden.

De Kindervriend – zijn echte naam was Björn – werd woest.

‘Ik kom je vannacht ophalen in mijn zwarte koets, ik laat je stikken in karnemelk, en al je kinderen ook!’

Hij deed een walgelijk dansje, klapte in zijn handen. De kinderen in het treurige zaaltje van multifunctioneel cultuurcentrum ‘De Onbespoten Koe’ begonnen eensgezind te huilen. Ze zouden opgroeien tot getraumatiseerde, getroebleerde maar vooral extreem disfunctionele volwassenen met een hang naar zware harddrugs, badkuipen vol ijs met naalden en een vreemde obsessie voor clowns.

De raad was sceptisch. De opdracht voor het ontwerp van een nieuw stadsblok in de binnenstad was na een lange strijd eindelijk gegund aan een jong architectenbureau. Twee bureau’s waren geselecteerd: de modernisten en de traditionalisten. Met al zijn krachten had de Burgemeester Cor van Rupten gevochten om het modernistische kantoor te laten winnen. Hij leek door ze geobsedeerd:

‘Dit zijn je nieuwe Rioolvriendjes, Peter. Je moet voortaan met ze spelen.’

Peter, gekleed in zijn gebruikelijke bevuilde witte hemd, staarde depressief voor zich uit. Hij zette de fles wodka aan zijn lippen en dronk, het vocht droop grotendeels langs zijn ongeschoren kin.