Mijn hamster is een raar apparaat. Het steigert en eet worstkoninghuizen, het is geschift als Leen van Vonkeren met de rinkelende kettingzaag. Mijn hamster leest graag boeken; speelt een potje hamstergolf in de berentuin. Mijn hamster is literair, autoritair, een inhoudsweergave van een boek zonder herfstbladeren.
Mijn hamster, is hamster. Waarom sta ik in een badkuip, tot mijn enkels gevuld met eendenbloed? De eend kijkt me aan, hij zweeft, vliegt in stilstand voor mijn gezicht en spreekt: ‘Jouw hamster is gestoord.’