Tag

dystopie

Browsing

‘SchijnFestijn3000-X Hypermulti, straatlantaarn en burgerbeheersing. Camera’s, sensors, infrarood, laserfocus, onmiddellijk hoofdschot gegarandeerd!’ Iedereen kende de reclame, herkende deze straatlantaarns uit duizenden, iedereen moest op de hoogte zijn van hun  machtige moordpotentieel.

Het apparaat zag en volgde je overal, vuurde een waarschuwingslaser af, flitste drie keer, luidde een stoomhoorn en dan was je morsdood. Het was oppassen geblazen in de buurt van dit gevaarte.

‘Spektakel spektakel! Gerrit zit in de auto, onderweg naar de rechtbank! Megamoord, het is mega- megamoord! De Moordkaravaan gaat dóór! Duizenden doden, bloed, geratel en geronk van knetterende kettingzagen, spuit-darm en gruis-bot!’ De presentator bracht het met zijn perfecte, oogverblindend witte glimlach. Zijn pak schitterde en glom; de kijkers smulden.

Zo ook familie Knuistermans; klappertandend zaten ze voor hun reusachtige flatscreen TV met emmers popcorn. Een auto racete over een snelweg, omgeven door vele politiewagens met zwaailichten en sirenes.

13 maart 2030.

Het was Tofu Dag en iedereen had er zoveel zin in. Ron en Hilda keken vol verwachting door het raam van hun torenappartement.

“Er gaat niks boven Tofu Dag” zei Ron opgewonden, “we mogen eindelijk weer 100 gram tofu eten!”

“Ik hoef de prik niet” zei Gerard. Zijn dokter probeerde het nog een keer, met een nog zoetere stem.

“Gewoon een prikkie joh, lekker joh, lekker in je arm, hoppa”

“Maar ik wíl het niet”

“Nou, kom nou. Je weet toch dat per overheidsdecreet je tenen en vingers worden afgehakt, je baan ontnomen, je bankrekening afgesloten, je huisdieren onthoofd, je vrouw geprostitueerd, je kinderen vermangeld, je ouders in strafkampen gezet waar ze frivole leren schoenen moeten maken, en je toegang tot alles met een deur of poort wordt ontzegd?”

Voetstappen galmen door de uitgestorven winkelstraat. Het is het overblijfsel van wat ooit een sterke man was. Inmiddels is het een iel figuur, bijna doorzichtig, breekbaar. Zijn schoenen zijn versleten. Hij loopt dagelijks ver: voor brood, voor zijn gezin. De etalages zijn donker, triest, leeggeplunderd. Reclame hangt er nog wel; men wilde alleen het eten en de spullen. Niemand zal deze ruimte voorlopig huren, laat staan gebruiken. Muizen wellicht. De man verbaast zich over de reclames. Broodroosters, wasmanden, föhns, boeken… Herinneringen aan een oude tijd. Wie heeft die rommel ooit nodig, als de maag zo leeg is?

Het grote Hamsterwiel rijdt door de supermarkt en verplettert alles en iedereen. Men schreeuwt, men huilt. De schappen zijn leeg, maar men graait er alsnog in. Met bizarre, ter plekke gevonden wapens vecht men om de laatste, muffe pizza die in een hoekje van een vriesvak lag.

‘Ik wil hem, mijn veertien kinderen smachten naar gesmolten kaas!’ De hamsters verminken elkaar binnen, maar buiten is het erger.

De stad staat in brand. Duizenden mensen rennen in paniek over straat, hun ogen wijd opengesperd, kinderen worden op de stoeptegels vermorzeld. Het Recht van de Sterkste is nu de enige wet. Men ziet wat men nog nooit eerder zag: een reusachtige cycloop van twee meter vijftig, 200 kilo, 100% spiermassa tilt willekeurige mensen op en splijt ze in tweeën. Hij drinkt het bloed, rukt her en der nog wat kinderhoofden af. Mensen vormen een cirkel om hem heen en beseffen dat ze met genoeg zijn. De cycloop wordt uit elkaar getrokken in de woedende menigte. Het vuur in zijn oog dooft, maar de rest van de stad brandt feller dan ooit.