‘Spektakel spektakel! Gerrit zit in de auto, onderweg naar de rechtbank! Megamoord, het is mega- megamoord! De Moordkaravaan gaat dóór! Duizenden doden, bloed, geratel en geronk van knetterende kettingzagen, spuit-darm en gruis-bot!’ De presentator bracht het met zijn perfecte, oogverblindend witte glimlach. Zijn pak schitterde en glom; de kijkers smulden.
Zo ook familie Knuistermans; klappertandend zaten ze voor hun reusachtige flatscreen TV met emmers popcorn. Een auto racete over een snelweg, omgeven door vele politiewagens met zwaailichten en sirenes.